7.4 De criteria
Op de navolgende pagina’s zijn de criteria weergegeven. Bij de criteria wordt in een aantal gevallen onderscheid gemaakt tussen de voor- en achterkant van woningen. De voorkant is de voorgevel en de zijgevel, voorzover gelegen aan de weg of ander openbaar toegankelijk gebied. De achterkant is de achtergevel en de zijgevel die niet aan de weg of openbaar toegankelijk gebied grenst.Naar inhoud hebben de criteria, indien van toepassing, betrekking op de volgende aspecten:
- plaatsing;
- maatvoering;
- vormgeving;
- materiaal- en kleurgebruik.
7.4.1 Bijbehorende bouwwerken, aangebouwd
Aan de voorgevel of aan het openbaar toegankelijk gebied grenzende gevel
Welstandscriteria:
Plaatsing
- gebouwd direct aan de oorspronkelijke voorgevel van het hoofdgebouw of een naar het openbaar toegankelijk gebied gekeerde oorspronkelijke zijgevel van het hoofdgebouw
Maatvoering
- hoogte borstwering overeenkomstig oorspronkelijke borstwering in de gevel waaraan wordt gebouwd
- het boeiboord heeft geen grotere hoogte dan 0,20 m tenzij aangesloten wordt op een bestaande grotere maat
Vormgeving
- plat afgedekt of overeenkomstig dakhelling en -richting van het hoofdgebouw
- een rechthoekige plattegrond
- gevelgeleding overeenkomstig het hoofdgebouw
- detaillering overeenkomstig het hoofdgebouw
Materiaal-/ en kleurgebruik
- overeenkomstig het hoofdgebouw met uitzondering van serres (transparant)
- aan- of uitbouw bestaat uit minimaal 20% en maximaal 75% openingen/glasvlak
Aan de achtergevel of een niet aan het openbaar toegankelijk gebied grenzende zijgevel
Welstandscriteria:
Plaatsing
- gebouwd direct aan de oorspronkelijke achter- of zijgevel van het hoofdgebouw
Vormgeving
- plat afgedekt of overeenkomstig dakhelling en –richting van het hoofdgebouw, met dien verstande dat een serre afgedekt mag zijn met een andere dakhelling
- gevelgeleding overeenkomstig het hoofdgebouw
- detaillering overeenkomstig het hoofdgebouw
Materiaal-/ en kleurgebruik
- overeenkomstig het hoofdgebouw, of, indien een serre wordt gebouwd, zijn dak en achtergevel volledig transparant
- aan- of uitbouw bestaat uit minimaal 20% en maximaal 95% openingen/glasvlak
- serres hebben op de erfgrens een gesloten (gemetselde) gevel
|
|
Aanbouw die in kleur- en materiaalgebruik en dakhelling goed aansluit
|
Aanbouw met kleur- en materiaalgebruik en dakhelling overeenkomstig hoofdgebouw
|
7.4.2 Bijbehorende bouwwerken, vrijstaand
Op het voorerf of aan het openbaar toegankelijk gebied grenzende zijerf
Welstandscriteria:
Maatvoering
- boeiboord heeft geen grotere hoogte dan 0,20 m tenzij aangesloten wordt op een bestaande grotere maat
Vormgeving
- rechthoekige plattegrond
- plat afgedekt of overeenkomstig dakhelling en -richting van het hoofdgebouw
- gevelgeleding overeenkomstig het hoofdgebouw
- detaillering overeenkomstig het hoofdgebouw
Materiaal-/ en kleurgebruik
- overeenkomstig het hoofdgebouw
- indien gevelbekleding hout: gedekte kleur of passend bij het hoofdgebouw
- geen golf-, beton- of damwandprofielplaten
- gevels bijgebouw bestaan uit maximaal 75% openingen/glasvlak
Op het achtererf of het niet aan het openbaar toegankelijk gebied grenzende zijerf
Welstandscriteria:
Materiaal-/ en kleurgebruik
- overeenkomstig het hoofdgebouw of van hout
- geen golf-, beton- of damwandprofielplaten, met dien verstande dat golfplaten wel als dakbedekking zijn toegestaan
- gevels bijgebouw bestaan uit maximaal 75% openingen/glasvlak
|
|
Bijgebouwen op het voorerf zijn in vormgeving overeenkomstig het hoofdgebouw
|
Bijgebouwen met materiaal- en kleurgebruik overeenkomstig het hoofdgebouw
|
7.4.3 Kozijn- of gevelwijzigingen
Aan de voorgevel of aan het openbaar toegankelijk gebied grenzende gevel
Welstandscriteria:
Maatvoering
- profielmaten gelijk aan bestaande kozijnonderdelen (afwijkingen tot 10% toegestaan)
- oorspronkelijke maatvoering kozijn en ramen behouden
- nieuwe gevelopeningen in de zijgevel mogelijk voor een kozijn van maximaal 3 m²
Vormgeving
- de bestaande vorm van de gevelopening wijzigt niet
- de bestaande (horizontale of verticale) gevelgeleding wordt gehandhaafd
- bij vervanging van een (garage)deur door een pui: geen gemetselde borstwering
- bij wijziging van de indeling van raamkozijnen: gelijke kozijnen gelijktijdig wijzigen
Materiaal-/ en kleurgebruik
- bij vervanging van houten kozijnen door kunststof kozijnen het oorspronkelijke profiel toepassen
- geen felle kleuren
|
|
Afwijkend materiaal gebruik, waarbij bestaande vormen onveranderd zijn
|
Bebouwing met duidelijke verticale geleding
|
7.4.4 Dakkapellen
In het voordakvlak of een naar het openbaar toegankelijk gebied gekeerd zijdakvlak
Welstandscriteria:
Plaatsing
- dakhelling hoofddak minimaal 45 graden
- niet meer dan één dakkapel in het dakvlak en niet geplaatst in het bovenste dakvlak van een mansardekap (geknikt dakvlak)
- in het geval van meerdere dakkapellen in hetzelfde bouwblok is de hoogte tussen de onder- en bovenkant van de dakkapel (hoogtemaatvoering) in het dakvlak overeenkomstig de trendsetter
- plaatsing op minimaal 0,5 m van de onderkant, zijkant en bovenkant van het dak
- plaatsing op maximaal 1 m van de onderkant
Maatvoering
- hoogte maximaal 1,50 m
- overstekken ten minste 0,05 m en maximaal 0,10 m
Vormgeving
- plat afgedekt of aangekapt in het geval van rieten kappen
- indeling en profielen van kozijnen gelijk aan die van de gevelramen en kozijnen van hoofdgebouw
- geen borstwering
- detaillering overeenkomstig het hoofdgebouw
Materiaal-/ en kleurgebruik
- overeenkomstig het hoofdgebouw
- zijwanden gesloten, donker gekleurd
|
|
Vormgeving dakkapel passend bij het hoofdgebouw
|
Aangekapte dakkapel toegstaan bij rieten dak
|
7.4.5 Erf- of perceelsafscheidingen
Grenzend aan het openbaar toegankelijk gebied
Welstandscriteria:
Plaatsing
Vorm
- in één lijn
- geen toogvormen
Materiaal/ en kleurgebruik
- bij voorkeur een erfafscheiding bestaande uit haagplanten, zoals liguster of haagbeuken of een volledig te begroeien gazen hekwerk. In andere gevallen: materiaal overeenkomstig een eventuele aangrenzende erfafscheiding, overeenkomstig het hoofdgebouw of uitgevoerd in metselwerk, hout of ander natuurlijk en niet snel verwerend materiaal
- geen toepassing van beton, kunststof of staal
- kleur afgestemd op het hoofdgebouw of uitgevoerd in donkere kleurtinten. Geen opvallend kleurgebruik
- de erfafscheiding voldoet aan de eventuele aanvullende criteria voor erfafscheidingen in het gebiedsgerichte beoordelingskader
|
|
Een begroeide erfafscheiding
|
Erfafscheiding met metselwerk in dezelfde kleur als het hoofdgebouw
|