3.1 Aan- en uitbouwen
Voor een aan- of uitbouw zijn dezelfde welstandscriteria van kracht.
Plaatsing
- Aan de oorspronkelijke gevel van het gebouw.
Maatvoering
- De maximale bouwhoogte is niet hoger dan de verdiepingsvloer van de eerste verdieping van het gebouw. De maximale hoogte bedraagt 3 meter.
- De hoogte van de borstwering van de aan- of uitbouw is afgestemd op de oorspronkelijke hoogte van de borstwering van de gevel waarin of waaraan wordt gebouwd.
- De boeiboord bedraagt maximaal 25 centimeter, tenzij aangesloten wordt op een bestaande grotere maat.
Vormgeving
- De grondvorm is passend bij de grondvorm van het gebouw.
- Een plat dak toepassen of de dakhelling en oriëntatie afstemmen op het dak van het gebouw.
- Indeling van de gevelvlakken (geleding) afstemmen op het gebouw.
- De aan- of uitbouw is een zelfstandig element en wordt niet verbonden met een al bestaande luifel of balkon.
- Detaillering van de nieuwe gevels afstemmen op het gebouw.
Materiaalgebruik
- Overeenkomstig het gebouw.
- Minimaal 20 procent en maximaal 75 procent van de aan- of uitbouw bestaat uit openingen of glasvlakken.
Kleurgebruik
- Overeenkomstig het gebouw.
Detaillering en vormgeving van de uitbouw is afgestemd op het gebouw.