direct naar inhoud van 2.3 Monumenten en beschermde dorpsgezichten
Plan: Gemeente Zuidhorn
Status: vastgesteld
Plantype: welstandsnota
IMRO-idn: NL.IMRO.0056.WE00001-0001

2.3 Monumenten en beschermde dorpsgezichten

De rijke historie van Zuidhorn is herkenbaar aan de talrijke monumenten in de gemeente. De Piloersmaborg bij Den Ham, en bijvoorbeeld ook het oude gemeentehuis in Zuidhorn behoren tot de 113 beschermde rijksmonumenten en complexen die de gemeente rijk is. Ook zijn 3 dorpsgezichten van rijkswege beschermd (Niehove, Saaksum en De Gast in Zuidhorn). Maar er zijn meer panden en gebieden met cultuurhistorische waarde. De gemeente heeft ervoor gekozen 24 panden en objecten de status te geven van gemeentelijke monument.

Behoud van de monumentale waarden staat zowel bij de rijksmonumenten als bij de gemeentelijke monumenten voorop. Allereerst betekent dit het tegengaan van sloop. Doorontwikkeling van deze panden is mogelijk mits rekening wordt gehouden met de monumentale waarden. Bij rijksmonumenten is het pand in z’n geheel beschermd. Bij de gemeentelijke monumenten richt de bescherming zich op de zichtzijden van het object vanaf de openbare weg en/of vanuit het landschap.

Voor het wijzigen van monumenten is een Omgevingsvergunning nodig. De gemeente verleent deze vergunning, waarbij advies wordt ingewonnen bij de gemeentelijke monumentencommissie. Het is raadzaam om plannen al in een vroeg stadium (voor) te bespreken; de ervaring leert dat overleg in een vroeg stadium bijdraagt aan het versterken van de kwaliteit van het plan en het verkorten van de proceduretijd.

Monumenten vragen om maatwerk; beoordelingscriteria zijn vanwege het unieke karakter van monumenten en de individuele kwaliteiten moeilijk vooraf te geven. De regionale adviesorganisaties hebben een tiental principes en uitgangspunten benoemd die aangeven hoe wij in deze tijd met monumenten omgaan. Deze gelden als algemeen kader voor degenen die restauraties en wijzigingen aan monumenten moeten beoordelen. Maar zij dienen ook als richtlijn voor eigenaren die initiatieven voor hun monument ontwikkelen:

  • 1. Monumenten vormen onderdeel van ons collectief geheugen, ze zijn van ons allemaal.
  • 2. Het gaat erom dat we onze monumenten gebruiken en niet verbruiken.
  • 3. Ieder monument heeft zijn specifieke waarde, ieder bouwplan vraagt om een individuele aanpak.
  • 4. Een rijke bouw- en gebruiksgeschiedenis maakt monumenten interessant.
  • 5. Behoud heeft altijd de voorkeur boven vernieuwing.
  • 6. Van omgeving tot detaillering: elk schaalniveau is van belang.
  • 7. Van belang is dat bij wijzigingen aan een monument wordt aangesloten bij de karakteristieken van de omgeving.
  • 8. De verschijningsvorm van monumenten drukt iets uit over tijd, plaats, functie en opdrachtgever.
  • 9. Constructie, materiaal, afwerking en detail bepalen de fysieke ouderdom van het monument en zijn essentieel voor de monumentale waarde.
  • 10. Met elkaar werken we aan een wereld vol monumenten voor de toekomst.

De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) heeft per 1 januari 2012 ook tot gevolg gehad dat er voor Monumenten en Beschermde stads- en dorpsgezichten een verruiming van de vergunningsvrije mogelijkheden ontstaat. De spelregels zijn een behoorlijke nuancering ten opzichte van de algemene spelregels. Het gaat om de volgende vergunninsgvrije activiteiten:

2.3.1 Onderhoud en inpandige wijzigingen

Voor gewoon onderhoud aan rijksmonumenten en voor een aantal wijzigingen aan rijksmonumenten is geen vergunning meer nodig. Nu kan er discussie ontstaan over ‘gewoon onderhoud’. Het besluit omgevingsrecht (Bor) zegt daarover: ‘met gewoon onderhoud worden werkzaamheden bedoeld die erop gericht zijn om te behouden wat er is’. Het onderhoud moet dan ook gericht zijn op werk-zaamheden die op dezelfde wijze worden uitgevoerd. Zo is het overschilderen in dezelfde kleur vergunningsvrij, maar zal het wijzigen van kleuren niet als vergunningsvrij worden aangemerkt. Ook mag het opstoppen van rieten daken vergunningsvrij worden gedaan, maar is het weer niet de bedoeling om vergunningsvrij de hele rietkap te vervangen. Met betrekking tot de wijzigingen aan rijksmonumenten geldt dat er zonder vergunning gewerkt kan worden aan inpandig onderdelen zonder monumentale waarde. In veel gevallen gaat het hierbij om recente toevoegingen. Zo kan een toegevoegd systeemplafond in een monument vergunningsvrij worden verwijderd, maar mogen bijvoorbeeld historische lambriseringen die achter plaatwerk te voorschijn komen, niet zo maar worden verwijderd.

2.3.2 Vergunningvrij bouwen in, aan of bij een monument

Voor zover het gaat om bouwactiviteiten in, aan of op onderdelen van een monument zonder monumentale waarde (maar wel deel uitmakend van het beschermd monument) dan gelden de algemene vergunningvrije regels voor zover het bouwwerkzaamheden betreft met uitzondering van het bouwen van bijbehorende bouwwerken. Wel zal, voor zover de wijziging invloed heeft op het monument, een omgevingsvergunning voor wijziging van een monument nodig zijn. Als het gaat om bouwactiviteiten bij een monument worden de spelregels ook ruimer om vergunningvrij te bouwen. En ook hier geldt dat dit niet van toepassing is op bijbehorende bouwwerken. Voorbeeld: in een recente aanbouw van het monument kan zonder vergunning een nieuwe badkamer gebouwd worden, maar er mag niet zonder vergunning (voor wijziging van een monument) een uitbreiding aan het monument worden toegevoegd.

2.3.3 Bouwen in rijksbeschermde stads- en dorpsgezichten

De algemene spelregels voor vergunningvrij bouwen zijn van toepassing op voorwaarde dat:

  • a. het inpandige veranderingen betreft; of
  • b. dat zij plaatsvinden aan achtergevels; of
  • c. achterdakvlakken die niet gekeerd zijn naar openbaar toegankelijk gebied; of
  • d. het oprichten van bouwwerken alleen op het erf aan de achterkant van het hoofdgebouw, loodrecht op de achtergevel, als dit erf niet naar openbaar toegankelijk gebied is gekeerd.

NB. het oprichten van bouwwerken mag alleen op het erf aan de achterkant van het hoofdgebouw, loodrecht op de achtergevel, als dit erf niet naar openbaar toegankelijk gebied is gekeerd.

  • Voorbeeld: een deur- of raamkozijn mag in de achtergevel gewijzigd worden zonder vergunning. In de voorgevel mag dat niet.
  • Voorbeeld: een schuur naast of voor het gebouw mag niet zonder vergunning. Wel kan dat als het loodrecht achter het gebouw is gesitueerd. Nu zal blijken dat dit in sommige situaties lastig te beoordelen is. Uit de voorbeelden wordt duidelijk dat het onderscheid vrij lastig kan liggen. Mocht men als initiatiefnemer twijfelen, neem dan contact op met de gemeente.