direct naar inhoud van 8.2 Opzet reclamebeleid
Plan: Gemeente Zuidhorn
Status: vastgesteld
Plantype: welstandsnota
IMRO-idn: NL.IMRO.0056.WE00001-0001

8.2 Opzet reclamebeleid

Bij het beoordelen van vergunningaanvragen reclame-uitingen, is het zinvol onderscheid te maken tussen verschillende functies. Het buitengebied vraagt bijvoorbeeld een andere benadering dan een winkelgebied. Daarom zijn de criteria gekoppeld aan de bestemming (zoals vastgelegd in een bestemmingsplan) van het betreffende perceel waarop de reclame wordt geplaatst.

Als voorbeeld: als een ondernemer op een bedrijventerrein een nieuwe reclame-uiting wil plaatsen op zijn perceel, dan gelden de criteria onder het kopje ‘Bedrijventerrein’ (mits het perceel deze bestemming heeft). Voor reclame-uitingen aan of bij een restaurant gelden daarentegen de criteria onder het kopje ‘Horeca’. De gemeente kan u informeren over de bestemming van uw perceel.

Voor diverse bestemmingen gelden gelijke criteria. De volgende ‘groepen’ bestemmingen worden

onderscheiden:

  • detailhandel, horeca, centrum, bedrijf, maatschappelijk, dienstverlening, kantoor, sport, recreatie, cultuur en ontspanning, gemengd;
  • bedrijventerrein;
  • wonen met bedrijf of beroep aan huis;
  • agrarisch.

Er gelden echter voor iedere vergunningplichtige reclame-uiting ook algemene criteria. Deze bestaan uit functionele en technische uitgangspunten en algemene uitgangspunten voor de verschijningsvorm.

Als een reclame-uiting in strijd is met de reclamecriteria, dan kan voor een reclame-uiting wel een vergunning worden afgegeven indien:

  • 1. de reclame-uiting deel uitmaakt van een bouwwerk waarvoor ingevolge de Monumentenwet 1988 of een gemeentelijke of provinciale verordening reeds een vergunning is verleend;
  • 2. het kan voorkomen dat een reclame-uiting niet voldoet aan de criteria of deze niet toereikend zijn. De welstandscommissie kan echter van oordeel zijn dat de reclameuiting een positieve bijdrage levert aan de betreffende omgeving of dat de reclame anderszins noodzakelijk is. Burgemeester en wethouders kunnen dan van de criteria afwijken. Er moet dan wel sprake zijn van een bijzondere situatie en een bijzondere kwaliteit die de afwijking rechtvaardigen. Het kan bijvoorbeeld gaan om belangrijke maatschappelijke functies, tankstations, volumineuze detailhandel en grote horecagelegenheden. De commissie beoordeelt dat naar de algemene criteria (zie hoofdstuk 4).

Er zullen hoogstwaarschijnlijk nog nieuwe reclamevormen worden ontwikkeld, die nog niet in deze nota zijn ondergebracht (qua criteria). Voor nieuwe reclamevormen is maatwerk noodzakelijk. De welstandscommissie zal bij nieuwe reclamevormen om advies worden gevraagd.