direct naar inhoud van 6.2 Karakteristieke panden
Plan: Gemeente Zuidhorn
Status: vastgesteld
Plantype: welstandsnota
IMRO-idn: NL.IMRO.0056.WE00001-0001

6.2 Karakteristieke panden

Doorontwikkelen karakteristieke panden

Uit de inventarisatie van gebouwen in het buitengebied zijn panden naar voren gekomen met onder andere cultuurhistorische, stedenbouwkundig/landschappelijke en architectonische waarden. Deze panden zijn karakteristiek en belangrijk voor de identiteit van de gemeente. Bij karakteristieke panden zijn aanpassingen mogelijk mits de karakteristieken van het pand worden gerespecteerd. Sloop van karakteristieke gebouwen is alleen mogelijk als een daarvoor ingericht vergunningstraject succesvol wordt doorlopen. In dit hoofdstuk wordt aangegeven hoe karakteristieke panden kunnen worden doorontwikkeld. Een beschrijving van de inventarisatie- en selectiemethode, karakteristieke typen en de beknopte redengevende omschrijvingen van de gebouwen met het predicaat ‘karakteristiek’ is opgenomen in het rapport ‘Inventarisatie karakteristieke gebouwen buitengebied, gemeente Zuidhorn’ in de bijlage.

Handvatten

Net als monumenten vragen karakteristieke panden om maatwerk; beoordelingscriteria zijn vanwege het unieke karakter van het pand en de individuele kwaliteiten moeilijk vooraf te geven. Dit hoofdstuk bevat daarom handvatten, bestaande uit algemene uitgangspunten en principes, die als richtlijn dienen voor eigenaren die een initiatief ontwikkelen.

Algemene uitgangspunten

Zoals gezegd is iedere ontwerpopgave maatwerk. Ongeacht het gebouwtype gelden acht algemene uitgangspunten als richtlijn bij de ontwikkeling van initiatieven voor karakteristieke gebouwen. Ingrepen:

  • respecteren de in het rapport ‘Inventarisatie karakteristieke gebouwen buitengebied, gemeente Zuidhorn’ beschreven karakteristieken;
  • worden zorgvuldig ontworpen door een initiatiefnemer in samenwerking met een geregistreerd architect;
  • beperken zich bij voorkeur tot wijzigingen van gebouwonderdelen die niet of in mindere mate zichtbaar zijn vanuit de openbare ruimte;
  • blijven in principe beperkt tot één ingreep in plaats van meerdere kleine;
  • houden qua plaatsing en hoofdvorm rekening met de maatverhoudingen en het lijnenspel van het karakteristieke pand;
  • sluiten qua bouwstijl aan op - of contrasteren met - het bestaande pand;
  • bestaan uit materialen die mooi verouderen met - in principe - donkere, gedempte kleuren;
  • hebben een detaillering passend bij de bouwstijl.

Principes

De karakteristieke panden in de gemeente zijn onder te verdelen in twee hoofdtypen panden, namelijk boerderijen en woningen. De boerderijen bestaan uit vier gebouwtypen, namelijk de kop(hals)romp-, dwarshuis-, villa-, Oldambtster- en stelpboerderij. Bij de woningen worden arbeiders-, dwarshuis- en dienstwoningen onderscheiden. In deze paragraaf zijn voor enkele veel voorkomende ingrepen aan deze typen panden, rekening houdend met de karakteristieken, principes geformuleerd. Voor de uitgewerkte ingrepen zijn de principes voor alle typen boerderijen identiek. De principes voor de woningen verschillen per woningtype.

BOERDERIJEN

Soort ingrepen   Principes  
aanbouwen aan het woongedeelte   • plaats aanbouwen zoals erkers, serres enz. zorgvuldig.
• houd aanbouwen qua maat en schaal ondergeschikt aan het woongedeelte.  
verbeteren van gebruiksmogelijkheden van de schuur voor agrarische doeleinden   • houd bij het verhogen van deuropeningen rekening met de bestaande gevelindeling met diverse staldeuren en gootlijst(en).
• houd ophogingen van naar binnen gekeerde dakvlakken van meer-kaps-schuren ondergeschikt in het beeld.  
hergebruik van de schuur voor niet-agrarische functies   • houd bij het terug leggen en openen van de zijgevel deze opening ondergeschikt aan de totale schuurlengte.
• zorg ervoor dat bij een nieuwe invulling van toegangsdeuren deze invulling duidelijk terug ligt en de oorspronkelijke deuren worden gehandhaafd.
aanpassingen aan het dak (asbestsanering, daklichten en -kapellen, zonnepanelen).
• houd bij het vervangen van het dak rekening met het verschil in uitstraling van het woon- en schuurgedeelte.
• vervang het asbest bij voorkeur met keramische matte pannen of riet of anders met meer moderne materialen met een terughoudende kleurstelling.
• voorkom verticale stroken met daklichten en houd de afzonderlijke daklichten duidelijk afleesbaar. Er zijn rekening houdend met het karakter van het pand meerdere patronen mogelijk.
• zorg ervoor dat bij het maken van openingen in het dak het dak als één - meest gesloten - vlak afleesbaar blijft. Bijvoorbeeld door gebruik te maken van lamellen.
• houd dakkapellen qua maat en schaal ondergeschikt ten opzichte van het dak.
• plaats dakkapellen zorgvuldig in het woongedeelte. Indien een dakkapel wordt geplaatst in het schuurgedeelte blijft deze dakkapel visueel onderdeel van de schuur.
• gebruik in de dakbedekking geïntegreerde zonnepanelen. Raadpleeg bij de plaatsing van losse zonnepanelen de brochure ‘Ruimte voor Zon’ in de bijlage.  
uitbreiding op het erf met een nieuwe stal of schuur   • breid alleen uit als er geen inpandige oplossing is.
• plaats nieuwbouw (aansluitend) op het zij- of achtererf met voldoende afstand tot de karakteristieke bebouwing en zorg ervoor dat het bestaande karakteristieke pand niet wordt gekleineerd.
• houd het (vergrote) erf compact.
• raadpleeg paragraaf 6.1 en de criteria in hoofdstuk 5.  

afbeelding "i_NL.IMRO.0056.WE00001-0001_0079.png"

Houd bij het openen van de zijgevel deze opening ondergeschikt aan de totale schuurlengte

afbeelding "i_NL.IMRO.0056.WE00001-0001_0080.png"

Houd ophogingen van naar binnen gekeerde dakvlakken ondergeschikt in het beeld en houd rekening met gootlijsten

WONINGEN: ARBEIDERSWONING OA. KRIMPENTYPE

Soorten ingrepen   Principes  
aanpassingen aan gevels (daglichttoetreding, uitbreiding)   • houd bij ingrepen rekening met de krimp(en).
• voorkom erkers, serres omdat dit soort aanbouwen oneigen aan het type zijn.
• plaats openingen in de zijgevel ten behoeve van de daglichttoetreding in de voormalige schuur/stal, leg deze opening terug en houd de lengte van de opening ondergeschikt aan de totale lengte van de schuur/stal.
• verleng bij een (forse) uitbreidingsbehoefte de schuur/stal of plaats een nieuwbouw met een tussenlid naast of achter het karakteristieke pand (indicatie omvang nieuwbouw kleiner of gelijk aan het bestaande pand).
• houd bij een nieuwbouw naast of achter het karakteristieke pand rekening met de dakhelling van het bestaande en nieuwe pand.  
aanpassingen aan het dak (daglichttoetreding, uitbreiding, zonnepanelen)   • vergroot de daglichttoetreding onder de kap met een ten opzichte van het dak ondergeschikt dakraam of reeks regelmatig geplaatste dakramen.
• voorkom plaatsing dakkapellen vanwege de maat en schaal van het pand en de beperkte hoogte onder de kap.
• behoud eventuele schoorstenen op de oorspronkelijke plek.
• gebruik in de dakbedekking geïntegreerde zonnepanelen. Raadpleeg bij de plaatsing van losse zonnepanelen de brochure ‘Ruimte voor Zon’ in de bijlage.  

afbeelding "i_NL.IMRO.0056.WE00001-0001_0081.png"

Nieuwbouw naast het bestaande pand

afbeelding "i_NL.IMRO.0056.WE00001-0001_0082.png"

Verlenging van de stal/schuur

WONINGEN: DWARSHUISWONING

Soorten ingrepen   Principes  
aanpassingen aan gevels (daglichttoetreding, uitbreiding)   • houd aanbouwen zoals erkers en serres qua maat en schaal ondergeschikt en verstoor de symmetrie van het pand niet.
• vergroot kleine dwarshuizen aan de achterzijde met een aangesleept dak of door achter het karakteristieke pand een nieuwbouw met tussenlid te plaatsen (indicatie omvang nieuwbouw kleiner of gelijk aan het bestaande pand).
• houd bij een nieuwbouw achter het karakteristieke pand rekening met de dakhelling van het bestaande en nieuwe pand.  
aanpassingen aan het dak (daglichttoetreding, uitbreiding, zonnepanelen)   • vergroot de daglichttoetreding onder de kap met een ten opzichte van het dak ondergeschikt dakraam of reeks regelmatige geplaatste dakramen.
• houd bij plaatsing van dakkapellen het dak in het beeld bovengeschikt en houd de hoogte van dakkapellen bij voorkeur onder of maximaal gelijk aan de noklijn. Dakkapellen in de voorgevel zijn mogelijk mits de symmetrie van het pand wordt versterkt.
• behoud eventuele schoorstenen op de oorspronkelijke plek.
• gebruik in de dakbedekking geïntegreerde zonnepanelen. Raadpleeg bij de plaatsing van losse zonnepanelen de brochure ‘Ruimte voor Zon’ in de bijlage.  

afbeelding "i_NL.IMRO.0056.WE00001-0001_0083.png"

Nieuwbouw achter het bestaande pand

WONINGEN: DIENSTWONING

Soorten ingrepen   Principes  
aanpassingen aan gevels (daglichttoetreding, uitbreiding)   • houd bij ingrepen rekening met de oorspronkelijke relatie tussen de woning en het spoor of de brug.
• houd aanbouwen zoals erkers en serres qua maat en schaal ondergeschikt.
• vergroot dienstwoningen aan de zij- of achterkant met een aanbouw.  
aanpassingen aan het dak (daglichttoetreding, uitbreiding, zonnepanelen).   • vergroot de daglichttoetreding onder de kap met een ten opzichte van het dak ondergeschikt dakraam of reeks regelmatige geplaatste dakramen. Ook een ondergeschikte dakkapel is mogelijk.
• behoud eventuele schoorstenen op de oorspronkelijke plek.
• gebruik in de dakbedekking geïntegreerde zonnepanelen. Raadpleeg bij de plaatsing van losse zonnepanelen de brochure ‘Ruimte voor Zon’ in de bijlage.  

afbeelding "i_NL.IMRO.0056.WE00001-0001_0084.png"

Vergroot dienstwoningen aan de zij- of achterkant en houd rekening met de oorspronkelijke relatie van het padn met de brug of het spoor

Slot

Vanwege de bijzondere betekenis van karakteristieke gebouwen kan de gemeente er voor kiezen het ontwerpproces te ondersteunen (zie ook 3.6).