compacte overgangszone privé-openbaar met geveltuintjes en stoepen
bijgebouwen zijn achter het hoofdgebouw gesitueerd
Hoofdvorm
behoud van scala aan typologieën zoals wonen, veelal dwarshuizen, woonwinkelpanden en incidenteel bijzondere bebouwing zoals villa’s, herberg met bovenzaal en voormalige openbare gebouwen zoals gemeente- en waterschapshuis
eenvoudige geleding, villa’s en voormalige openbare gebouwen hebben een rijke plastiek
1 bouwlaag met steile kap, incidenteel 2 bouwlagen een steile kap
zadeldak (eventueel met wolfseinden), (afgeknot) schilddak, incidenteel samengestelde kapvormen
nokrichting meest parallel aan de weg
Aanzichten
gebouwen zijn individueel herkenbaar
verticale geleding
traditionele, rijke, fijn geprofileerde detaillering passend bij de bouwstijl en typologie van het gebouw
Opmaak
traditionele materialen zoals baksteen, incidenteel stuc, matte keramische dakpannen
Groninger rode en midden-toon aardtinten baksteen, gebroken wit (stuc) in combinatie met antraciete dakpannen, incidenteel oranje dakpannen