Oefenen met een leesbaar Omgevingsplan
Het is misschien wel de meest gestelde vraag over het omgevingsplan: hoe ziet dat er uit? We weten al veel over wat er in een omgevingsplankomt te staan. Denk aan regels over bouwen en gebruik, regels over geluid, gebaseerd op het Besluit kwaliteit leefomgeving en regels over het kappen van bomen, overgenomen uit de gemeentelijke verordeningen. Hoe dat straks eruit gaat zien in de nieuwe digitale omgeving (‘DSO-LV’)? Dat is de grote vraag!
Praktijkproef omgevingsplan
Daarom is het geweldig dat we met een aantal collega-bureaus mochten bijdragen aan een Praktijkproef in opdracht van de VNG. Die was erop gericht om een werkend, digitaal benaderbaar, omgevingsplan te maken. In een snelkookpan is de afgelopen maanden gewerkt aan twee omgevingsplannen, beiden gericht op een woningbouwontwikkeling. Dit deden we op basis van twee bestaande casussen in Vlissingen en Zeist. De bedoeling was om hiermee te leren wat de digitale ontsluiting met zich meebrengt voor de juridische tekst in het plan. Daarnaast wilden we ook leren wat wel en niet werkt, als het gaat om DSO.
En er is veel geleerd! We merkten al snel dat we in een rijdende trein aan het werk waren. We moesten omgaan met versiewijzigingen in de digitale standaarden en stukken daarop steeds aanpassen. Bepaalde zaken moesten we nog handmatig invoeren, die de software straks (gelukkig) overneemt. De belangrijkste les: bij het schrijven van de juridische regels moet je al heel goed nadenken over wat het betekent dat het plan leesbaar is voor mens en machine. Hierbij blijkt dat er heel veel keuzeruimte is om je plan naar eigen wensen in te richten. Maar hoe benut je die ruimte zo slim mogelijk? Tegelijkertijd ‘duwen’ de digitale standaarden je soms in een richting die nieuw is, en daarom soms wennen.
Structuur DSO
Belangrijk voor de ‘mensleesbare versie’ is de structuur, de volgorde waarin je de regels presenteert. Wanneer je daar vooraf niet goed over nadenkt, dan merk je bij het schrijven dat je tegen knelpunten aanloopt. Zo zijn er ‘standaard’ regels over bouwen van bouwwerken, zoals je die ook aantreft in een bestemmingsplan. Maar stel dat je met het oog op het voorkomen van lichthinder specifieke bouwregels voor lichtmasten wilt opnemen, waar neem je die dan op? Neem je die op in een apart onderdeel ‘regels over sportactiviteiten’, samen met de milieuregels die daarover gaan, of verwerk je die in ‘bouwactiviteiten’? In het laatste geval worden die regels losgeknipt van regels over de tijden dat lichtmasten aan mogen staan (die je nu in de APV staan).
Het is zaak om na te denken over wat handig is voor de gebruiker, burgers en bedrijven, maar ook voor de overheid zelf, zoals voor toezicht, handhaving en onderhoud van het plan. In het omgevingsplankomen regels over allerlei soorten activiteiten, met verschillende werkingsgebieden. Daarom is het belangrijk om goed na te denken over die ordening.
Maar DSO gaat de regels hoe dan ook locatiegewijs aan de gebruiker presenteren. Dat gebeurt doordat de gemeente elke regel gaat voorzien van ‘etiketjes’ (ook wel annoteren genoemd) die zorgen dat de software ermee uit de voeten kan. Bij dat annoteren ging tijdens de Praktijkproef nog wel wat mis. Zo bestaan er gesloten waardenlijsten (‘keuzemenu’s’) die nog niet compleet zijn, zodat sommige regels nog niet goed geannoteerd konden worden.
Een nieuw omgevingsplan: lessons learned
Belangrijke uitkomst van de Praktijkproef is dan ook een rapportage met ‘lessons learned’, die warm is ontvangen door de opdrachtgevers (VNG en het ministerie van BZK). Wie weet leidt dat nog tot aanpassingen in de standaarden en met het omgevingsplan samenhangende processen.
Kortom: deze praktijkproef was zeer leerzaam. En vooral dat de juridische uitwerking van het omgevingsplan samen op moet lopen met de uitwerking van de technische kant in DSO. Er is nog veel werk aan de winkel en er moeten veel keuzes worden gemaakt. Wacht daar niet te lang mee!
Opvallend is ook dat bij het schrijven van dit artikel de Praktijkproef-plannen nog niet zichtbaar zijn in DSO. Ook bij het ‘inlezen’ van de plannen bleken er de nodige kinderziektes in de weg te staan. Wat dus het échte, digitaal zichtbare, resultaat van de proef is, houden wij nog tegoed – en jullie ook.
Vragen? Of benieuwd naar het vervolg? Neem contact op met Eva Brascamp.