Skip to main content

Interview

Integrale werkwijze levert Staphorst in recordtempo een stedenbouwkundig plan op

  • Expertise: Gebiedsontwikkeling

Interview met wethouder Lucas Mulder (gemeente Staphorst) en Linda Leewering (ambtelijk projectleider). staphorst interview

Samen met de gemeente Staphorst ontwikkelde BügelHajema een woningbouwplan voor de kern Rouveen. In de eerste fase geeft de gemeente circa 80 bouwkavels uit voor nieuwe woningen. In een gesprek met de wethouder en de projectleider bespraken we de ontwikkeling van dit bijzondere plan. Over het plan zelf lees je hier meer. 

 

Succesfactoren voor een bouwplan

Op de vraag waar de gemeente trots op is bij dit plan noemt dhr. Mulder als eerste de ongekend snelle tijd waarin het plan zich ontwikkelde tot een concreet bouwplan. De wethouder verdiende zijn sporen in de bouwwereld (hij was eerder projectdirecteur bij de BAM), maar dat het proces zo snel en voorspoedig werd doorlopen, dat heeft hij niet eerder meegemaakt. Hij roemt het projectteam van de gemeente; ondanks de geringe ervaring met dergelijke bouwplannen heeft het team dit plan heel succesvol én zeer snel afgerond.

De wethouder en de projectleider benoemen samen een aantal aspecten die hier aan hebben bijgedragen:

  1. Een concrete planning en budgettering in een uitgewerkt projectplan;
  2. De integrale werkwijze binnen de gemeente;
  3. De samenwerking met externe partijen en adviseurs (zoals ’t Oversticht, het waterschap en BügelHajema);
  4. Een intensieve participatie met de buurt;
  5. De aanpak met werksessies: gezamenlijk schetsen, uitwerken en verder brengen van het plan.

Eigen identiteit van de gemeente Staphorst

De gemeente Staphorst is qua bevolkingsopbouw een bijzondere gemeente; veel jong volwassenen die graag in het dorp en de gemeente willen blijven wonen, en veel relatief grote gezinnen. Er is daardoor een grotere vraag naar grote woningen. Daarnaast willen bewoners van de gemeente Staphorst graag zelf bouwen. De zelfredzaamheid en saamhorigheid in de gemeente is groot. De wethouder zegt daar over:

“Zelf de handen uit mouwen steken, dat is iets wat onze mensen goed past. Waar kan je in Nederland nu nog van een gemeente bouwkavels kopen, zodat je zelf kan bouwen?”

Brede participatie

Het plan werd door de gemeente opgestart met een brede participatie. Zowel de wethouder als de projectleider gingen op werkbezoeken en schoven bij mensen aan de keukentafel aan om zorgen en wensen te bespreken. Deze, soms tijdrovende, aanpak zorgt voor wederzijds begrip, al was men het niet altijd met elkaar eens. Uiteindelijk betaalt zich dat uit in een breed gedragen plan en een vlotte procedure, aldus de wethouder. Dat bleek ook bij dit plan. Voor het woningbouwplan werd samenwerking gezocht met de woningbouwcorporatie en de makelaars in de gemeente. Deze partijen toonden grote betrokkenheid, en kwamen met concrete ideeën voor het ontwerp.

Van ieder project kan je leren

Van ieder project kan je leren! Ook een succesvol project zet weer aan het denken voor een volgende aanpak. Op de vraag wat hier het leermoment is geweest benoemt Linda Leewering de participatieaanpak. Terugkijkend zou ze ook dit onderdeel van het project een volgende keer aan de voorkant in het project verder uitwerken. De gemeente reageerde nu vaak ad hoc tijdens het proces. Dit werkte goed, maar maakte de grip op het proces en de budgettering minder voorspelbaar. Een uitgewerkt plan van aanpak voor participatie kan dit een volgende keer voorkomen.

Bestemmingsplan met sociale componenten

Na het uitgewerkte stedenbouwkundig plan (vastgesteld begin 2022) is meteen gestart met het bestemmingsplan. In dit ruimtelijk plan zitten voor de woningbouw veel sociale componenten; in de planvorming en toelichting is aandacht besteed aan gezondheid, sociale veiligheid en zorg. Dit is een logische stap voor de gemeente, die al in 2018 een omgevingsvisie maakte waarin het ruimtelijk domein en het sociale domein met elkaar verbonden werden. Daarmee liep de gemeente vooruit op de Omgevingswet. De gemeente werkt sindsdien met een Omgevingskamer die plannen afweegt. Niet alleen ruimtelijk maar ook vanuit welzijn en zorg voor elkaar. Deze koppeling tussen het sociale en ruimtelijke domein is ook zeer nadrukkelijk doorgevoerd in het werken op het gemeentehuis.

Integrale aanpak leidt tot een bijzonder doordacht woningbouwplan

Het resultaat is een woonwijk met een klimaatadaptief ontwerp en met grote aandacht voor de overgang en aansluiting bij de bestaande dorpskern. Door integraal te werken ontstond een plan waar ruimtelijke kwaliteit en sociale verbinding naadloos verweven zijn tot een integraal woningbouwplan. Deze aanpak is voor herhaling vatbaar, benadrukken beiden. Dat het de gemeente gelukt is om zo integraal te werken is iets waar beiden trots op zijn.

Benieuwd naar het stedenbouwkundig plan? Bekijk de projectpagina!

  • Raadplegingen: 2365

Integrale omgevingsvisie: houd ambities hoog, maar de uitwerking realistisch

  • Expertise: Omgevingswet

Voor de Omgevingswet zijn lenige ambtenaren nodig. Alleen dan kun je je eigen vakgebied overstijgen en integraal overzien. En als dat dan betekent dat je bij sommige initiatieven tevreden moet zijn met een 6 voor jouw sector, tsja, dat is dan zo.

“Als je de memorie van toelichting leest over de Omgevingswet, dan komt daar 29 keer het woord integraal of integrale voor. Wat al iets zegt over het belang van dat begrip.” Als adviseur bij BügelHajema Adviseurs was Mischa Teensma er al snel achter dat de Wro staat voor de toekomst plannen en de Omgevingswet voor de toekomst mogelijk maken. “Van verzorgingsstaat naar participatiemaatschappij en van sectoraal naar integraal.” 

Beschouwen en constateren

Volgens haar gaat de Omgevingswet om de constatering of er sprake is van een goede fysieke leefomgeving. Er is in de nieuwe wet- en regelgeving een duidelijke ondergrens, daarboven is er ruimte om te praten; om zo samen tot iets goeds te komen. “Het gaat om een andere beschouwende manier. Waarbij natuurlijk alle milieuaspecten afgewogen worden: is het donker genoeg, is het veilig genoeg, is het rustig genoeg of is er reuring genoeg?” Gemeenten hebben daarvoor onder de Omgevingswet verschillende instrumenten; de omgevingsvisie voor het beleid op hoofdlijnen, de programma’s voor de uitvoering van beleid en het omgevingsplan om regels voor iedereen bindend vast te leggen. 

Beleid of flexibiliteit

Mischa vertelt dat er twee smaken zijn waaruit gemeenten kunnen kiezen als het gaat om de omgevingsvisie. Dat is 1: “Je kunt de visie heel strak inrichten. Dan is het bijna gelijk aan een juridisch plan; het omgevingsplan.” De gemeenteraad bepaalt de koers, er is weinig bewegingsvrijheid, maar ook geen ruis. Het voordeel voor ambtenaren is dat het beleid vastligt, dat scheelt veel tijd en misschien ook wel strijd met alle belanghebbenden aan de omgevingstafel. Dan is er nog 2: “Niet de oplossingen centraal stellen maar de doelen. B&W mag afwijken van het omgevingsplan en naar deze doelen kijken. Initiatieven worden steeds fantasierijker en bijzonderder en maatwerk past daarbij. Door de doelen centraal te stellen maak je ruimte. Dan zijn de instrumenten meer complementair aan elkaar. Het juridische kader in het omgevingsplan, beweegruimte in de visie en een tafel met maatwerk voor innovatieve gevallen. Dynamisch en innovatief vraagt om lenigheid.” 

Alles is belangrijk

Mischa haar voorkeur gaat duidelijk uit naar smaak 2. Dit is waarom: “In de omgevingsvisie moet je alles in samenhang zien te brengen. Dan zie je dat er veel onderwerpen zijn: gemeente wil aan inclusie doen, gezondheid en veiligheid, energietransitie, klimaatadaptatie, werken aan de woningvoorraad, plekken om te ontmoeten. Dat zijn allemaal speerpunten. En daarnaast zijn er de bestaande waarden, zoals cultuurhistorie, landschappelijke waarden, stedenbouwkundige waarden, maar ook relatieve rust … Alles is belangrijk. Maar het integrale komt pas op het niveau van het gebied. Wat is nou op deze plek wat betreft rangschikking van belang? Er is te weinig ruimte om alle ambities waar te maken en ontwikkelingen moeten meerdere doelen dienen.” Als je er niet met elkaar en met respect uit kunt komen, dan gebeurt er niets meer. Houd ambities hoog, maar de uitwerking realistisch. 

Innovatieve initiatieven

Als alles vastligt, is er geen ruimte voor initiatief en Mischa komt juist met kleurrijke voorbeelden waarbij bestemmingen elkaar overlappen. De boekhandel die wijn schenkt. De concertzaal waarin je kunt blijven slapen. Je wordt er in slaap gebracht door een ontspannende melodie en wakker gemaakt met een verkwikkend deuntje. Of een veehouder die zijn onderneming duurzaam wil omturnen, daarvoor zorgtoerisme wil aanboren en een wollige (van schapen) samenwerking wil aangaan met een atelier. “Ik vind dat leuk en innovatief, een ruimte multifunctioneel gebruiken. Maar daar kun je in een bestemmingsplan of straks in een omgevingsplan niet makkelijk in voorzien. Door het afwegen tegen de doelen die in de omgevingsvisie zijn vastgelegd kan je dit soort initiatieven via maatwerk begeleiden. Dit altijd op een manier waarbij gezondheid en veiligheid geborgd blijft.”

Holistische blik

Om zelf integraal te werken, zijn er wederom twee mogelijkheden; die keuzevrijheid past wel bij de Omgevingswet. Allereerst kun je het jezelf aanwennen om integraal te werken. “Je leert om niet alleen te pleiten, maar om met een holistische blik te kijken.” Of je kiest voor optie twee: “Gun het iemand anders, die wel als een generalist kan kijken.” 

Lachend vertelt Mischa dat ze vorige week van een jonge beleidsmaker letterlijk de tekst hoorde: “Ik zoek stokken om mee te slaan.” En hoe tegenstrijdig dit ook is met de integrale visie, ze begrijpt dit wel. Waar klimaatadaptatie en energietransitie steeds krachtiger bestendigd worden in wetgeving, is het een feit dat de bijbehorende regelgeving standaard achterloopt. “De jonge beleidsmakers worstelen met hun doel. Dat de gemeente circulair wordt of klimaatadaptief. Ze moeten vechten voor hun thema.” De beleidsmaker op zoek naar stokken stootte eigenlijk een hartenkreet uit die past bij iemand die nog niet voldoende voet aan de grond krijgt. 

Vechten voor thema’s doen ook oudgedienden, want er is vaak sprake van oud zeer. Probeer maar eens over de schaduw van je eigen vakgebied heen te kijken of heb het lef maar eens om je eigen ego aan de kant te zetten als je in het verleden te laat betrokken was bij een project. Mischa denkt aan een voorbeeld met een medewerker van cultuurhistorie. “We hadden een reeks van speerpunten. Deze beleidsmedewerker was het er helemaal mee eens, maar die over cultuurhistorie moest wel bovenaan.” 

Breed en op tijd

Zelfs met holistisch denken is het belangrijk dat iedereen op tijd bij de initiatieven betrokken wordt. “En dan heb ik het niet over een dakkapel, maar over de grotere initiatieven.” Met de gemeente Elburg heeft ze een aantal spelregels opgesteld, want hoe werkt dat integraal werken nou? “Begin breed, nodig je collega’s zo breed mogelijk uit en betrek ze op tijd.” Mischa geeft trainingen over Omgevingswet en integraal werken. 

Conflictbeheersing

Het is niet geheel toevallig dat onze adviseur ook nog een leergang conflictbeheersing en mediation heeft gevolgd. In de politiek en met participatie valt haar de ruzieachtige toon op, waarop mensen over hun belangen praten. Van nature is ze conflictvermijdend, maar zoals ze nu zegt: “Soms moet je botsen om te scherpen.” Als je gaat afpellen tot aan de essentie, blijkt dat beide partijen vaak hetzelfde willen. “Als je de horizon maar ver genoeg legt.” Zo kan het gebeuren dat een natuurbeweging en een boer hetzelfde doel voor 2040 kunnen onderschrijven. “Kijk niet naar de oplossing, kijk naar de doelen.” Bij dat doel ver weg kunnen ze dan vandaag een passende stap zetten. 

Meerwaarde voor iedereen, dat is het doel. “Leg de focus op wat een project in zijn totaliteit voor de omgeving doet”, zegt ze. En dat kan allemaal via integraal werken.  

Dit interview verscheen bij het online platform Urban Innovators. 

 

  • Raadplegingen: 1924